Resultaten: CBD-behandeling verminderde de angst significant bij Nrg1 TM HET-muizen, maar niet bij WT-muizen, maar het had geen effect op de voortbeweging in beide groepen in de open veldtaak. CBD-behandeling verlaagde de frequentie van totale sociale interactie in beide genotypen en verminderde de frequentie van sociale interacties van Nrg1 TM HET tot WT-niveaus. CBD verminderde PPI in Nrg1 TM HET-muizen maar niet WT-muizen, en Nrg1 TM HET-muizen hadden een lagere algehele PPI dan WT-muizen. Er was geen effect van CBD op het met angst geassocieerde geheugen. CBD-effecten op THC-gevoeligheid bij deze muizen zijn aan de gang, evenals hersencytokine- en eiwitanalyses. Discussie: Deze resultaten suggereren dat Nrg1 TM HET-muizen gevoeliger zijn voor de effecten van chronische CBD in de adolescentie, ondanks een significante wash-out. Dit bevestigt eerdere gegevens van ons laboratorium die een verhoogde gevoeligheid van Nrg1 TM HET mannelijke muizen voor cannabinoïde bestanddelen aantonen, en suggereert aanhoudende hersenveranderingen na blootstelling van adolescenten aan CBD. Mogelijke redenen voor deze aanhoudende veranderingen zijn onder meer een veranderd neuro-inflammatoir profiel in Nrg1 TM HET-muizen. Van CBD is eerder aangetoond dat het anxiolytisch is in andere onderzoeken en onze resultaten bevestigen het potentieel ervan als anxiolyticum, met name in ons model van schizofrenie.